(Ruwe schetsen uit) Het Dagboek van een Sabeltand Schorpioen

Europadag update

Sinds 1985 wordt in de landen van de Europese Unie op 9 mei stil gestaan bij het feit dat op die datum in 1950 de Franse minister Robert Schuman een ambitieuze verklaring aflegde waarin hij voor een organisatie pleitte om Franse en Duitse productie van kolen en staal onder gemeenschappelijk beheer te plaatsen. Deze organisatie, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), werd op 18 april 1951 bij het Verdrag van Parijs door Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Benelux landen opgericht en trad in 1952 in werking. Door het gezamenlijke beheer van de twee strategisch zeer belangrijke basisproducten kolen en staal ontstond de gemeenschappelijke grondslag voor de naoorlogse Europese economische ontwikkeling vanuit het positieve idee om een nieuwe oorlog tussen de voormalige aartsrivalen Frankrijk en Duitsland onmogelijk te maken. Met het in werking treden van het Verdrag van Parijs werden de concrete grondslagen gelegd voor de Europese Economische Gemeenschap (EEG) die 5 jaar later bij het Verdrag van Rome werd opgericht. Deze Europese samenwerking is inmiddels uitgegroeid tot de huidige Europese Unie (EU). Omdat op 9 mei 1950 met de Schuman verklaring het eerste doorslaggevende initiatief is genomen voor de naoorlogse Europese samenwerking en eenheid is in 1985 tijdens de top van Milaan besloten om 9 mei uit te roepen tot Europadag. De Europadag geniet weinig bekendheid bij de Europeanen, maar Europese ambtenaren hebben dan een vrije dag. Valt er 64 jaar na de verklaring van Robert Schuman eigenlijk nog wel iets te vieren? De positieve vibe over de huidige organisatie van de Europese samenwerking lijkt namelijk nog enkel te bestaan bij een klein groepje zeer fanatieke eurofielen die het sterk afnemende draagvlak voor deze vorm van Europese samenwerkingsorganisatie enkel met bangmakerij (oorlogsangst en economische teloorgang) in stand proberen te houden. De elitaire EU‑kliek, die vanuit Brussel, Straatsburg en Luxemburg Europa dicteren en grote geldstromen controleren, bestaat eigenlijk puur voor de zakenwereld en niet voor de burgers in Europa. Dit betekent echter niet dat Europese samenwerking slecht is voor de Europese burger. Een gezonde kritische houding ten opzichte van het proces van Europese integratie of de EU wil nog niet zeggen dat het heil dient te worden gezocht in eurosceptisme vanuit nationalistische motieven. De organisatie van de samenwerking in Europa heeft in het belang van haar burgers wel dringend behoefte aan evolutie, een update naar de 21e eeuw, om een balans te vinden tussen Europese (economische en politieke) integratie en nationale soevereiniteit. Uit angst voor verlies aan controle en macht wordt echter zowel nationaal als supranationaal het paradigma van organiseren (van de EU) te weinig ter discussie gesteld. Een reorganisatie van de samenwerking zal het licht in Europa echt niet doen uitgaan.

Op 3 mei 2014 was de kick off van de campagne van D66 voor de Europese parlementsverkiezingen in Eindhoven onder het motto: ‘Van koeien naar kennis’. D66 startte deze campagne in Eindhoven, omdat zij deze stad van “Fritsje Philips, Lucie Nilis, Romarioooo, Coen Dillen, Willy, Cocu, van Nistelrooy, van Raaij, Guusje Hiddink, PSV wat ben je mooi” beschouwen als de innovatiehoofdstad van Nederland en één van de belangrijkste hubs naar Europa. De agrarische link die D66 aan de stad Eindhoven koppelt, is een typisch Randstad misser die rivaliserende supportersgroepen van PSV reeds eerder maakte in hun poging de Eindhovense voetbalclub te beledigingen. De supporters van PSV hebben weliswaar ‘boerûh‘ als geuzenaam volledig omarmd, maar deze ‘lichtstad’ heeft juist een industrieel verleden waardoor ‘lampûh‘ beter zou zijn geweest als aanduiding voor de aanhang van de voetbalclub van Philips. Enfin, D66-lijsttrekker in Europa Sophie in ’t Veld en D66-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Alexander Pechtold hielden een korte toespraak over hun visie voor Europa (lees: de EU) en daarna hebben zij een 3D-printer gestart die koeien uitprint. Deze innovatieve koeien staan volgens Sophie en Alexander symbool voor innovatie, nieuwe groei en een slimmere besteding van de tientallen miljarden euro’s die Europa nu aan landbouwsubsidies uitgeeft. Campagneleider en Tweede Kamerlid Kees Verhoeven benadrukt daarbij dat D66 duidelijk kiest voor een sterk Nederland in een sterk Europa. D66 ziet in Europa volop kansen voor nieuwe groei en wil daarom investeren in kennis in plaats van in koeien. Verder was in Eindhoven ook de start van de tour van de D66-campagnebus, die twaalf dagen lang door heel Nederland rijdt om campagne te voeren met aan boord Europarlementariërs (wie kent ze niet?), kandidaten voor het Europees Parlement (wie kent ze wel?) en Tweede Kamerleden (voor een gegarandeerd ‘belieber’-effect, zoals bij fans van Justin Bieber, alleen dan bij de fans van D66). Samen met de lokale D66-afdelingen willen zij zoveel mogelijk kiezers naar de stembus krijgen. De bus zal in meer dan dertig plaatsen stoppen voor flyeracties, werkbezoeken en andere campagneactiviteiten. Campagneleider Verhoeven merkt binnen de partij dat Europa leeft en dat D66 kiest voor een sterk en slagvaardig Europa. Nederland staat tijdens de campagne voor de Europese verkiezingen op 22 mei 2014 voor een belangrijke keuze: “Het is uit Europa of vóóruit met Europa, aldus Verhoeven. De campagneleider van D66 geeft verder aan dat partijen als de PVV en de SP juist zo min mogelijk Europa willen en dat de overige partijen er tussenin zitten als vijftig tinten grijs terwijl veel kiezers juist behoefte hebben aan duidelijkheid. Op donderdag 1 mei 2014 gingen acht lijsttrekkers bij de Europese verkiezingen met elkaar in debat in een soort grot bij Maastricht. De keuze voor Maastricht lag zeer voor de hand omdat in deze stad in 1992 het ‘Verdrag van Maastricht’ werd ondertekend waardoor de EU een voldongen feit werd. In het tamme Nieuwsuur EU-debat kwam het kleine beetje vuurwerk (niveau sterretjes), waar de harde kern van Ajax uit vak 410 zich zwaar voor zou schamen, van CDA-lijsttrekker Esther de Lange die Sophie in ’t Veld uitdaagde voor de camera’s toe te geven dat D66 Europese belastingheffing wil. Ze verwees daarbij naar de Belgische oud-premier en fundamentalistische eurofiel Guy Verhofstadt en diens streven naar een federaal Europa. Verhofstadt is mede namens D66 kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Sophie in ’t Veld liet zich in het debat helaas niet uit over hoe groot de wens van een federaal Europa is bij D66 en of haar partij droomt van een EUSSR, zoals eurosceptici claimen. Bij dit hele geneuzel over ‘Europa’ moet goed in het oog worden gehouden dat de term ‘Europa’ eigenlijk niet gelijkgesteld mag worden met de EU of Europese samenwerking. Veruit de meeste burgers in Europa eten de soep namelijk niet zo heet als die wordt opgediend door de extremistische eurofielen of radicale nationalistische eurosceptici. In deze volkomen geglobaliseerde wereld is de gemiddelde Europeaan zich er heus wel van bewust dat Europese of beter nog mondiale samenwerking tussen landen beter is voor de wereld en dus ook voor de individuele wereldburger. Daarnaast is samenwerking en het ‘sharen’ (lees: delen) van kennis in een steeds transparantere wereld met vergaande technologische mogelijkheden ook domweg in het belang van ieders welzijn en welvaart, alsmede de eerlijkere verdeling hiervan. In zowel de realiteit van het dagelijks leven, als in films en boeken bestaan voldoende voorbeelden van scenario’s wat er uiteindelijk gebeurd als er niet, slecht of onvoldoende wordt samengewerkt. Bovendien kan geen enkel Europees land zich geografisch verwijderen uit het continent Europa. Echter, vanuit het streven naar een vreedzaam Europa na twee wereldoorlogen is het EGKS-project vandaag de dag verworden tot een log, geldverslindend en bij vele Europeanen ongeliefd supranationalistische organisatie die, na naamsveranderingen (EEG, EG) en uitbreidingen met lidstaten tot 28 in 2013, thans opereert onder de afkorting EU.

Ter onderstreping van het vorenstaande helaas even door wat saaie cijfers heen bijten. De begroting van het Europees Parlement (EP) voor 2014 bedraagt 1,756 miljard euro. Daarvan bestaat 35% uit personeelskosten, hoofdzakelijk voor de salarissen van de 6000 werknemers van de parlementsdiensten en de fracties. Daarnaast worden hiermee de vertolking, de kosten van vertalingen en de dienstreizen van de personeelsleden bekostigd. Circa 27% van de begroting voor 2014 is voor de onkosten die door de EP‑leden worden gemaakt, zoals reiskosten, kosten voor het kantoor en het salaris van de persoonlijke assistenten. Uitgaven voor de gebouwen van het Parlement vertegenwoordigen 11% van de begroting voor 2014. Hieronder vallen huurlasten, bouwkosten, onderhoud, veiligheid en beheerskosten van de drie werkplekken: Brussel, Luxemburg en Straatsburg en van de informatiebureaus in de 28 lidstaten. Informatiebeleid en administratieve uitgaven zoals informatietechnologie en telecommunicatie maken 21% van de begroting uit. De activiteiten van de fracties vertegenwoordigen 6% van de begroting.
Het salaris van een Europarlementariër bedraagt 7956,87 euro bruto per maand. Na aftrek van (Europese) belasting komt het nettobedrag uit op 6200,72 euro per maand. Dat salaris wordt aangevuld met tal van vergoedingen. Zo ontvangen Europarlementariërs maandelijks een algemene kostenvergoeding van circa 4300 euro voor de huur van een kantoorruimte, telefoon- en portokosten en computers. Verder zijn er vergoedingen voor reiskosten naar vergaderingen, kunnen leden jaarlijks 4343 euro vergoed krijgen voor werkgerelateerde reizen en worden 24 heen- en terugreizen naar hun eigen lidstaat vergoed. Daarnaast is er een dagvergoeding van 304 euro voor elke dag waarvoor de EP‑er vergadert en daarvoor een presentielijst ondertekent. Bovendien wordt van Europarlementariërs twee derde van hun medische kosten vergoed. In totaal werken er circa 55.000 mensen over de hele wereld voor alle Europese instellingen. Van hen werken er ongeveer 33.000 voor de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU. Bij het EP werken circa 6160 ambtenaren en tijdelijke werknemers. Het maandsalaris van EU-beleidsambtenaren loopt van circa 4300 euro tot maximaal 18.370 euro voor een directeur-generaal. Daarnaast zijn er toeslagen net als in Nederland voor onder meer kinderen. Ook krijgen de ambtenaren een zogeheten ontheemdentoeslag en eenmaal per jaar een vergoeding om naar het land van herkomst te gaan. Er zijn geen toelages voor bijvoorbeeld autogebruik. Er is ook geen vakantiegeld of eindejaarsuitkering. Het maandsalaris van de voorzitter van de Europese Commissie (Manuel Barroso) bedraagt 25.351 euro. De EU-buitenlandchef (Catherine Ashton) krijgt 23.882 euro per maand. De vice-presidenten, acht in totaal (onder andere Neelie Kroes, Digitale Agenda), krijgen 22.963 euro per maand. De andere Europees commissarissen krijgen 20.667 euro per maand. Het gaat om brutosalarissen. De voorzitter van de Europese Raad (de officieuze president van de EU, Herman Van Rompuy) verdient 1,38 keer het salaris van een ambtenaar die in de hoogste trede zit. Dat maandsalaris bedraagt 18.370 euro. Daarmee krijgt de Belg maandelijks 25.351 euro, gelijk aan het salaris van Barroso. De president van het EP, de Duitse engerd met dictatoriale trekken, Martin Schulz, heeft een 38-koppige hofhouding en deze Heilige Euro Heer ontvangt naast een riant basissalaris van 206.000 euro standaard 365 dagen per jaar een dagvergoeding van 304 euro per dag. Dat is per jaar opgeteld een extra inkomen van bijna 111.000 euro.

Volgens de zeer eurosceptische PVV blijkt uit een uitzending van het Belgische televisieprogramma Terzake in 2012 dat de ambtenaren en politici van de EU ‘hun zakken vullen‘. Daarop lanceerde de partij van Geert Wilders meteen een website (Stopdeeuropesezakkenvullers.nl) waarop mensen kunnen protesteren tegen ambtenaren en politici van de Europese Unie die te veel zouden verdienen. SP-Europarlementariër Dennis de Jong pleit op subtielere wijze voor een versobering van het inkomen van de Europarlementariër. De Jong hekelt de ‘dubbelingen’ die er volgens hem in het systeem van vergoedingen zitten. Daarbij wijst hij erop dat de EP’ers boven hun reguliere salaris een toelage voor algemene onkosten, een dagtoelage per dag én een afstandsvergoeding ontvangen. Daarbuiten kunnen treinkaartjes en vliegtickets worden gedeclareerd en hebben de parlementsleden een chauffeursdienst tot hun beschikking. De SP’er roept daarom op om Europarlementsleden te verplichten bonnetjes in te leveren en het deel van de algemene onkostenvergoeding dat zij niet gebruiken terug te storten. Het is nu immers volstrekt niet controleerbaar waar dit geld aan wordt uitgegeven. Het EP geeft elk jaar bijna 40 miljoen euro uit aan ‘kantoorkosten’ voor Europarlementariërs. De besteding van dat geld wordt in Brussel door niemand gecontroleerd, meldt het AD. In vijf jaar tijd is er zo’n 200 miljoen euro gedeclareerd. Dat is zo’n 2,5 ton per lid van het EP. Sommige Europarlementariërs komen met een Ferrari of Lamborghini naar hun werk en als iemand van die kantoorkosten een tweede huis in Frankrijk wil bekostigen, dan kraait daar geen haan naar. De Nederlandse Europarlementariërs klagen dat er geen enkele controle is, maar hun collega’s uit de zuidelijke EU-lidstaten willen daar niet aan, en ook het EP zelf niet. Sterker: wie met bonnetjes komt aanzetten, wordt nog net niet uitgelachen.

Voorts worden er iedere maand plenaire sessies gehouden in Straatsburg, waardoor het voltallige EP plus gevolg maandelijks de grens over moet. Deze verplichte verhuizing is door de lidstaten in 1997 vastgelegd in het Verdrag van Amsterdam. Nu deze verplaatsing jaarlijks 103 miljoen euro kost, tijd kost én slecht is voor het milieu vanwege de CO2 uitstoot, woedt er een stevige discussie over een eventuele afschaffing van deze maandelijkse verhuisreis. Op 20 november 2013 heeft het voltallige EP de resolutie hiertoe aangenomen. In deze resolutie staat dat het EP zou efficiënter, goedkoper en milieuvriendelijker zijn als het op één plek is gevestigd. De resolutie zal nu aan de lidstaten worden voorgelegd. Om Straatsburg definitief te schrappen als hometown voor vergaderingen moet het Europees Verdrag worden aangepast. Sinds het Verdrag van Lissabon in 2007 kan het EP zelf voorstellen bij de Raad indienen voor verdragsaanpassingen. Het EP wil een verdragswijziging om veranderingen door te voeren die nodig zijn om het EP zelf te laten beslissen waar en wanneer het bijeenkomt en zodat het zelf over zijn interne organisatie kan besluiten. De regeringsleiders moeten met een unaniem met een verdragsaanpassing instemmen. Frankrijk is altijd fel tegenstander hiervan geweest en dus kan het schrappen van Straatsburg als vergaderplaats uit chauvinistische motieven blijven rekening op een zeer voorspelbaar Frans veto: ‘Non!’. Blijkens de documentatie van de stemming (laatste resolutie) stemde vreemd genoeg ook de PVV in navolging van hun nieuwe Franse vrienden van het Front Nationaal voor behoud van het maandelijkse Europese verhuiscircus.

Nog los van de enorme financiële kosten van de EU, herkent de Europeaan zich totaal niet in dat EU-blauw en die gouden sterren, terwijl vele Amerikanen zich daarentegen het liefst laat dopen, huwen en begraven in de stars en stripes van hun geliefde vlag. Nee, in tegenstelling tot het patriottisme dat de Verenigde Staten kenmerkt zit de kracht van Europa nu juist in de (culturele) diversiteit van alle landen op dit continent. Helaas bestaat enkel in de Deense serie Borgen en dan ook pas in seizoen 4, waarin (Let op!: spoileralert) Brigitte Nyborg uit de Middenpartij stapt en de Nieuwe Democraten als nieuwe partij opricht, een fictieve politieke partij die dergelijke nuances enigszins aanvoelt. In de realiteit suggereert D66 in verkiezingscampagnes slechts dat hun partij goede Europese samenwerking, beter onderwijs en innovatie kan realiseren. Toch heeft het verleden vaak uitgewezen dat veel van hun pragmatische beleidsplannen in de praktijk (op de lange termijn) niet de gewenste uitwerking hebben. They tend to backfire! In dit modern technologisch tijdperk wordt het steeds duidelijker dat ‘burgers’ zelf reeds voldoende initiatieven hebben op allerlei terreinen en deze ook steeds meer en beter weten te verwezenlijken. Geheel zelfstandig zonder enige overheidsbemoeienis. Politici zorgen met hun ‘veel woorden, weinig daden gedrag’ hierbij juist meer voor een soort hinderlijke verkeersdrempels dan voor daadwerkelijke ondersteuning. Wel blijft waakzaamheid voor en bescherming tegen machtige, globaal graaiende corporatiereuzen gevraagd, welke (nationale) overheden soms vrij moeilijk kunnen bieden en waarvoor de EU een veel te trage modus operandi heeft bij handhaving van wetgeving. De Europese samenwerking heeft dan ook dringend behoefte aan een nieuw, slanker en sneller operating system (OS) met betere antivirus en anti-malware software. De EU lijkt namelijk op een soort Word Perfect 5.1 dat nog draait op de voorloper van Microsoft’s Windows 2000 en de voorstellen van D66 gaan niet verder dan dat de EU een pilot gaat draaien met Windows XP, terwijl een overstap naar Windows 8.1 (en 8.2 in september 2014), Apple Mavericks OS X 10.9.3 laatste Linux OS broodnodig is.

Wellicht kunnen politieke partijen voor een ‘update’ inzake het organiseren en managen van de Europese samenwerking in de 21e eeuw enige inspiratie opdoen bij de eerder besproken boeiende Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler (zie ook MohP: “Suikervrije bewustwording”, https://manophetperron.wordpress.com/2013/07/03/suikervrije-bewustwording/). Deze organisatiedenker en auteur introduceerde bij het bedrijf Semco, dat actief is in tal van sectoren (van luchtkoelers tot consultancy) en een jaaromzet heeft van 400 miljoen dollar, een nieuwe bedrijfsfilosofie vanuit zijn rotsvaste overtuiging dat mensen niet werken om geld te verdienen, maar om zich goed te voelen, ergens bij te horen en een bijdrage te leveren. Naar zijn idee zijn we in een nieuw tijdperk aanbeland. We zijn door fases gegaan als de jagers en verzamelaars, de industriële revolutie en het kennistijdperk, maar nu zien we een tijdperk van wijsheid ontstaan. Bij wijsheid gaat het naar de mening van Semler om intuïtieve keuzes die op ervaring zijn gebaseerd en voor de juiste balans zorgen. Dat geldt voor bedrijven, scholen, overheden en het leven in het algemeen. Alleen zijn de huidige systemen daar niet klaar voor.

Tot slot nog even de spreekwoordelijke vinger in de keel ten aanzien van politici die nog altijd vertrouwen hebben in het huidige, verouderde organisatiesysteem en ten onrechte de eer kapen dat zij het klimaat hebben geschapen voor innovaties als de 3D-printer of the Internet of Things (IoT), welke mogelijkerwijs voor een nieuwe economische bubbel zullen zorgen. De term ‘Internet of Things’ werd overigens al in 1999 voorgesteld door Kevin Ashton, terwijl het concept reeds sinds 1991 bestond. De toekomst zal uitwijzen of IoT slechts een marketingtrend is of dat het daadwerkelijk tot een nieuwe periode van economische groei zal leiden, maar het is in ieder geval geen ver-van-je-bed-show. IoT laat de trend zien dat langzaam maar zeker alle apparaten en objecten met het internet verbonden zullen zijn. Internet is het middel dat deze tools met elkaar verbindt en tevens het middel wat het mogelijk maakt om ‘slimme’ toepassingen te maken. Evert Hilhorst van Freshheads heeft op 14 oktober 2013 (http://www.frankwatching.com/archive/2013/10/14/the-internet-of-things-bestaat-wel-degelijk/) over het fenomeen IoT een helderdere uitleg gegeven dan staat vermeld in het artikel hierover op Wikipedia. Hij onderscheid vier verschillende niveaus die samen het IoT vormen en waaruit blijkt dat dit proces heden ten dage ook al lang en breed merkbaar is:
1) computers: alle multifunctionele apparaten die in connectie staan met het internet, zoals bijvoorbeeld standaard pc’s, laptops, tablets, smartphones en smart tv’s;
2) smart appliances: alledaagse apparaten waarvan de functionaliteit verrijkt wordt door het apparaat te verbinden met het internet. Een voorbeeld hiervan is de slimme thermostaat waarmee de verwarming in een huis is te controleren en besturen. Doordat de thermostaat in verbinding staat met het internet ontstaat de mogelijkheid om te leren van de omgeving en van het gebruik van andere thermostaten met als resultaat een veel efficiënter verbruik;
3) smart sensors: sensoren die slimmer worden door ze te verbinden met het internet, dat wil zeggen makkelijker in gebruik en er zijn slimmere toepassingen mee maken. In de landbouw worden smart sensors nu al veelvoudig gebruikt. Zo zijn er tools voor boeren om hun oogsten beter te kunnen monitoren door onder andere gebruik te maken van sensoren die ze op afstand kunnen uitlezen.
4) unique identifiers: passieve onderdelen die enkel objecten identificeren. RFID-chips zijn hier een voorbeeld van. Deze chips hebben geen stroom nodig, maar zijn ook niet constant verbonden. De RFID-chip wordt pas actief als er een signaal op wordt afgestuurd en de chip stuurt vervolgens een unieke code terug. Doordat de RFID-chips klein en relatief goedkoop zijn, kunnen ze vrijwel overal in, op of aan bevestigd worden.
Het IoT bestaat dus al lang, maar staat nog in de kinderschoenen. Robert Schuman’s verklaring voor een Europese samenwerkingsorganisatie is ondertussen reeds 64 jaar oud, maar er is daarentegen helaas nog altijd geen politieke partij die constructief aan de Europese verkiezingen op 22 mei 2014 meedoet en die met een wezenlijke reorganisatie van de EU zou wil beginnen die niet doorslaat naar een federaal Europa. Zonder deze essentiële update van de organisatie van de samenwerking in Europa in het belang van de Europese burger is er geen enkele reden om Europadag te vieren.

Standaard