(Ruwe schetsen uit) Het Dagboek van een Sabeltand Schorpioen

Monsters

Monster

Het levensmotto van de hoofdpersoon uit de bestseller van Jonas Jonasson ‘De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween’, te weten: “Het is zoals het is en het wordt zoals het wordt“, mag natuurlijk nooit leiden tot struisvogelpolitiek.

Bij een evenement van AutoMotorSportief op het parkeerterrein van Jumbo in Haaksbergen waren op een mooie nazomerse zondagmiddag in het begin van de herfst doden en zwaargewonden te betreuren nadat een monstertruck bij een ‘stunt’ het publiek in reed. Bij dit verschrikkelijke ongeval past op de eerste plaats het overbrengen van condoleances en het tonen van medeleven aan de slachtoffers en de nabestaanden. Het verlies wordt in Haaksbergen collectief gedragen. Verder is ook de bestuurder van de monstertruck compleet gebroken. Het is zeer begrijpelijk dat op dit moment in het Twentse dorp de veel gestelde vraag hoe het kon gebeuren minder belangrijk wordt geacht, want het is gebeurd. De prioriteit van de door dit grote verdriet getroffen Haaksbergers ligt in eerste instantie niet bij de schuldvraag met betrekking tot het zware ongeluk met de monstertruck omdat ze de hierbij verloren mensen er toch niet mee terugkrijgen.

Toch is de schuldvraag uiteindelijk wel degelijk van belang om dergelijk ongelukken te kunnen voorkomen en de veiligheidsgaranties voor het publiek bij dergelijke evenementen in de toekomst te verbeteren. Bij het strafrechtelijk en civielrechtelijk onderzoek naar de schuldvraag inzake het ongeval zal naast de rol van de gemeente natuurlijk ook die van de organisatie van het evenement goed tegen het licht moeten worden gehouden.

Met de focus op het bestuursrechtelijk aspect, de verleende evenementenvergunning, is de hoofdvraag hoe het kan dat een gemeente routinematig een vergunning afgeeft voor een stuntshow zonder vooraf volledig duidelijkheid en inzichtelijkheid te verkrijgen omtrent de inhoud van de stunt en de verzekering dat de veiligheidsmaatregelen 100% doeltreffend en passend zijn. Zonder zich te vergewissen over de inhoud van de stunt en de daarbij in acht te nemen veiligheidsmaatregelen kan een gemeente niet op zorgvuldige wijze een vergunning afgeven.

Bij het verlenen van een vergunning door een gemeente om een jongleerstunt uit te voeren op de speelplaats van een kinderdagverblijf is te hopen dat zij zorgvuldig onderzoek omtrent (de veiligheid van) deze stunt verrichten en zich bij onwetendheid door (veiligheids)deskundigen laten voorlichten. Niet dat daar dan gewoon een jongleeract kan worden opgevoerd met een aantal graafmachines die gaan jongleren met kernkoppen met een effectieve kracht van 50 megaton. De omstandigheid dat op de aanvraag voor een dergelijke evenementenvergunning enkel een stunt staat beschreven in de trant van: stunt met graafmachines (gewaagder dan de dansvoorstelling, zoals die werd uitgevoerd bij de opening van de Randweg Eindhoven op 1 juni 2010 (kosten € 11.900,-) op de muziek van Bolero van Maurice Ravel) is onvoldoende. De beschrijving van de stunt door de aanvrager van de vergunning ontslaat een gemeente niet van de vergewisplicht aangaande de (veiligheids)details van het evenement en de uit te voeren stunt. Overigens besteedde toenmalig minister van Verkeer Camiel Eurlings (CDA) bij dit openingsfeestje in Eindhoven in totaal maar liefst € 131.000,- belastinggeld aan catering en amusement. In totaal besteedde hij € 1,2 miljoen euro om de opening van stukjes snelweg te vieren. Feestbeest Camiel is baas!, maar dat terzijde.

Burgemeester Hans Gerritsen van de gemeente Haaksbergen gaf bij het NOS Radio 1 Journaal aan dat hij niet op de hoogte was van de monstertruck die in zijn dorp een show gaf. De vergunning is verleend aan organisator Geelof Kanis voor AutoMotorSportief. In de openbaar gemaakte vergunningaanvraag voor AutoMotorSportief staat vermeld dat een 1500 PK monstertruck een demonstratie zal geven. De gemeente ontkende in eerste instantie dat in de aanvraag voor een vergunning niet over een monstertruck was gesproken. De organisatie van het evenement bestreed dat en blijkt gelijk te hebben. Onder het hoofdstuk ‘Toelichting’ is precies vermeld met welke voertuigen het stuntteam een demonstratie gaat geven. Behalve de monstertruck zijn dat een barkruk met V8‑motor, een toilethuisje met straalmotor en een quad met straalmotor. Verder blijkt uit de door de gemeente Haaksbergen verstrekte vergunning voor het evenement met de monstertruck blijkt dat het publiek achter dranghekken moest staan, op een afstand van minimaal 10 meter. Over de dranghekken schrijft de gemeente dat er voldoende maatregelen dienen te worden getroffen ter bevordering van de veiligheid van de bezoekers van de stuntshow; hiertoe dient een deugdelijke voorziening zijn te getroffen (dranghekken). Deze dranghekken dienen te zorgen dat het publiek op een afstand komt te staan van tenminste 10 meter. De gemeente Haaksbergen lijkt vergeleken met de internationale richtlijnen van de Monster Truck Racing Association (MTRA) een minder ruime veiligheidsnorm te hanteren. De MTRA hanteert internationale veiligheidsregels. Een daarvan heeft specifiek betrekking op de veiligheid van het publiek. Op de website van de MTRA is een tekening te vinden met minimale afmetingen van het speelveld voor de monstertruck, plus een schematische weergave van de rijrichting. Daarbij staat met grote letters: “Geen publiek”. Tevens wordt gemeld dat de te pletten auto’s zo moeten worden geplaatst dat als de monstertruck erheen rijdt, als hij ze plet en als hij er weer vanaf rijdt, de truck niet is gericht op het publiek! De MTRA liet na een eerder ongeval met een monstertruck weten dat er in de rijrichting van het publiek absoluut geen publiek mocht staan. In Haaksbergen stond het publiek helemaal rondom het plein: iedere rijrichting was dus in principe fout. Gelet hierop lijkt de gemeente Haaksbergen de vergewisplicht ten aanzien van (de veiligheidsrisico’s van) de stunt te hebben geschonden, nu veiligheidsexperts onomwonden aangeven dat publiek rijrichting staat een onverantwoord risico met zich draagt.

Het verlenen van de vergunning was een routineklus. Uit een eerste verkennend onderzoek naar de totstandkoming van de verleende vergunning voor het evenement is duidelijk geworden dat deze door de gemeente Haaksbergen in behandeling is genomen als een normale reguliere aanvraag. Deze is gemandateerd ambtelijk afgehandeld. Voor de vergunning is geen advies ingewonnen bij politie en brandweer, hetgeen bij een categorie A-evenement ook niet gebruikelijk is. Dit neemt niet weg dat voor een verstandig en zorgvuldig besluit omtrent de verlening van een evenementenvergunning met een monstertruck minimaal de internationale veiligheidsregels van de MTRA dienen te worden geraadpleegd. Met Google routine is het slechts 10 seconden om de 20 MTRA Event Safety Guidelines te vinden (ftp://trucktoy:ttp070115@trucktoyzperformance.com/public_html/mtra/MTRA%20Safety%20Guidelines.pdf).

In de gemeentelijke vergunning voor het evenement in Haaksbergen staat dat de gemeente zich op geen enkele manier verantwoordelijk acht voor letsel of schade. Met betrekking tot deze exoneratieclausule die de gemeente Haaksbergen zou hebben opgenomen in het vergunningsverleningsbesluit, kan worden opgemerkt dat een beroep op het exoneratiebeding niet slaagt als een slachtoffer aannemelijk kan maken dat hij een daartoe strekkend bordje niet heeft opgemerkt, of als folders of informatiemateriaal waarin het beding kenbaar werd gemaakt niet zijn uitgereikt. Een gemeente kan vooraf wel claimen dat zij op geen enkele manier aansprakelijk is voor eventuele ongelukken op een evenement, maar het wil nog niet zeggen dat ze geen blaam treft op geen enkele manier aansprakelijk is voor letsel of schade. Een gemeente moet samen met een organisator van tevoren de risico’s inventariseren en erop toezien dat de regels worden nageleefd, aldus veiligheidsexpert Syan Schaap, directeur van het Safety Event Institute. Onbekend is trouwens of het publiek in Haaksbergen afdoende geïnformeerd dat ze niet aansprakelijk zijn als de stunt misging door middel van bordjes of foldertjes voor het publiek met de tekst: “Het kijken naar de stunt (wat voor stunt dat ook moge zijn) is op eigen risico, de gemeente Haaksbergen is niet verantwoordelijk voor hieruit voortvloeiende letsel of schade”. Daargelaten dat het moreel extreem laf zou zijn van een gemeente als zij zich achter een exoneratieclausule zouden verschuilen bij falende besluitvorming.

Het OM rest nu achteraf een complex onderzoek dat voorkomen had kunnen worden door een zorgvuldig en grondig onderzoek door de gemeente in de aanvraagfase voorafgaand aan de vergunningverlening voor het evenement, waarbij de veiligheidsregels van de MTRA als uitgangspunt hadden dienen te worden genomen. Te hopen valt dat het drama van Haaksbergen voor een keerpunt zorgt en dat vanaf heden voor allerlei soorten evenementen in Nederland standaard veiligheidsregels worden gehanteerd en dat dit niet langer aan lokale overheden wordt overgelaten, zodat de versnippering van veiligheidsgaranties wordt tegengegaan.

Bij Zembla, het journalistieke onderzoeksprogramma van de VARA, stonden twee monsters van een ander kaliber centraal. Allereerst de monsterachtige tax cap. Een aantal klokkenluiders bij de Belastingdienst geven aan dat er vele miljarden worden misgelopen doordat ze met veel te weinig mensen de aangiftes moeten controleren. Er is door de overheid onverantwoordelijk bezuinigd op het aantal belastingambtenaren. Staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes is als een volleerde polier de kippen en ganzen die voor Nederland de gouden eieren leggen aan het slachten. De toezichthouder op Belastingdienst, de Algemene Rekenkamer, heeft nog nooit berekend hoeveel miljarden euro’s aan te innen belastingen wordt misgelopen, de zogeheten tax cap. Nu, zoals de Directoraat-generaal Belastingdienst, Peter Veld, terecht aangeeft de Belastingdienst een uitvoerende instantie is, zou de Algemene Rekenkamer een geschikte overheidsinstantie zijn om een onderzoek naar de hoogte van de Nederlandse tax cap te laten verrichten. Echter, de politiek wil dit liever niet weten omdat ze er dan ook geen verantwoording over hoeven af te leggen. In het Verenigd Koninkrijk is deze tax cap wel berekend en bedraagt deze 35 miljard pond. De Nederlandse tax cap is volgens Brits onderzoek voor de Europese Unie geschat op zo’n 30 miljard euro. Die 30 miljard euro is dus geld voor de Nederlandse samenleving die door belastingfraude, een op belastingambtenaren bezuinigende overheid en uitgezette vinkjes op de controletaken van de belastingcomputer wordt misgelopen. De overheid laat dus miljarden euro’s liggen die bij fraudebestrijding kunnen worden binnengehaald. Daarnaast is de pakkans voor belasting-, beleggings-, faillissements-, vastgoed-, verzekerings-, zorg- en sociale fraudeurs slechts 1 à 2 procent. Voor een paar honderd miljoen euro aan ambtenarensalarissen kan de overheid tientallen miljarden euro’s binnenhalen. Een simpel advies aan de overheid is dan ook om hierin juist te investeren in plaats van visieloos bezuinigen.

De misdadige aanbestedingspraktijken binnen het georganiseerde ICT kartel is het tweede monster waar Zembla het spotlicht op richt. De overheid en ICT is geen gelukkig huwelijk. Er is geen enkel succesvol ICT project binnen de overheid. Het zijn veel te dure wanproducten die de overheid op het gebied van ICT aanschaft. Na het aantonen van bouwfraude in 2001 brengt Zembla nu de misdadige praktijken aan het licht van een georganiseerde ICT kartel bij overheidsaanbestedingen. Een aanbesteding is de procedure waarbij een opdrachtgever bekend maakt dat hij een opdracht wil laten uitvoeren en bedrijven vraagt om een offerte in te dienen. In die offertes staat onder andere welke prijs het bedrijf voor de uitvoering van de opdracht vraagt. Op een vooraf bepaalde datum sluit de inschrijving en selecteert de opdrachtgever het bedrijf dat de opdracht krijgt. Het verlenen van de opdracht aan een van de bedrijven wordt gunning genoemd. Het doel van het aanbestedingsbeleid is om concurrentie tussen de bedrijven (aanbieders) te stimuleren en om alle geïnteresseerde partijen een gelijke kans te geven de opdracht te verkrijgen. Ten aanzien van de aanbestedingen binnen de ICT worden methodes die het daglicht niet kunnen verdragen. De modus operandi is bedrijfsspionage (bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het ministerie van Defensie) en moderne corruptie (waarin de toekomst verwacht de corrupte ambtenaar een beloning). Ja, die NPO‑onderzoeksjournalisten brengen meer stout gedrag aan het licht dan welke toezichthoudende overheidsinstantie dan ook. Het is goed besteed belastinggeld. Een inlichtingenofficier die bijklust als consultant bij Ordina en staatsgeheimen lekt naar deze ICT‑leverancier. Majoor B. brengt hiermee militairen in het veld in gevaar en zou vroeger wellicht voor het vuurpeloton zijn gebracht, maar tegenwoordig is het even komen Pinokkioën bij een parlementaire commissie (de Tijdelijke Commissie ICT) waar het vuur nog nauwelijks aan de schenen wordt gelegd. Gelukkig heeft de minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM).

De parlementaire enquêtecommissie die momenteel onderzoek doet naar softwareprojecten van de overheid die veel te duur uitvallen of faliekant mislukken hoorde ook Stépan Breedveld, de CEO van Ordina. Volgens Breedveld is er niet zoveel mis bij ICT-bedrijven. Zembla heeft echter van een klokkenluider een grote hoeveelheid interne bedrijfsinformatie van Ordina op een USB-stick toegespeeld gekregen en Ordina heeft de authenticiteit van de informatie tegenover Zembla bevestigd. Uit deze informatie blijkt dat ICT-leverancier Ordina in de periode 2005-2010 heeft gefraudeerd met verschillende aanbestedingen van de overheid. Het betreft aanbestedingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de gemeente Rotterdam. Ook kreeg Ordina cruciale, vertrouwelijke documenten toegespeeld, onder meer door een corrupte ambtenaar. Naar aanleiding van deze uitzending van Zembla zijn er weliswaar een aantal Kamervragen over Ordina gesteld, maar het dure rapport van de parlementaire enquêtecommissie zal uiteindelijk weer in een la verdwijnen. De burger verliest daardoor steeds meer vertrouwen in de politiek en politici. De onverschilligheid en machteloosheid zegeviert en de rechtsstaat verwordt in een rap tempo tot een farce. In een rechtsstaat wordt de macht aan banden gelegd door het recht en recht is niet slechts een systeem van wetten. In een rechtsstaat heerst het evenwicht. Machtsmisbruik door een absolute vorst of dictator bedreigt een rechtsstaat. Tegenwoordig komt de grootste dreiging voor de rechtsstaat van de corporate powers of linked companies, die zich vanwege hun sterkere machtspositie dan de overheid onaantastbaar kunnen wanen ten opzichte van het recht. Gelukkig werkt een gezonde zucht naar transparantie nog enigszins als Kryptonite voor deze machtige bedrijven.

Zembla ontmaskerd in de uitzending een ICT-mol bij de IND voor de aanbestedingsprocedure bij het aanschaffen van een biometrische systeem. Ook bij het OM is sprake van een mol voor het aanbestedingstraject van de ICT-klus betreffende het digitaliseren van strafdossiers. Er is zelfs een mol die de codenaam Voldemort gebruikt. Het filmscript voor een spannende ICT spionagethriller schrijft zichzelf. Toch blijft het verbijsterend en verbazingwekkend dat bij de overheid niet snel de rode lampjes gaan knipperen dat het niet pluis is. Overigens worden in de Zembla uitzending in het kader van ritselpraktijken ten aanzien van overheidsaanbestedingen en -gunningen op ICT-gebied naast Ordina ook Capgemini, (Logica) CMG, Deloitte, TG, MMI Partners, Oracle, Microsoft en HP genoemd.

Tot slot dient met betrekking tot de kritiek die journalistische onderzoeksprogramma’s als Zembla, Tegenlicht, Keuringsdienst van Waarde, Kassa en Radar soms krijgen over het belang van hoor en wederhoor te worden opgemerkt dat de ‘bad guys’ wel degelijk hiertoe in de gelegenheid worden gesteld. De vaak voorkomende laffe standaardreactie van een bedrijf of instantie dat wordt geconfronteerd met fout gedrag om niet te reageren, valt in dit moderne, transparante tijdperk eigenlijk enkel te interpreteren als een verkapte schuldbekentenis. Bingo, disco, jackpot! Elke PR-afdeling zou dienen te adviseren dat te allen tijde een openlijke reactie op bepaalde aantijgingen moet worden gegeven om de schijn van waar rook is, is vuur weg te nemen. Daarnaast moet zo’n woordvoerder ook geen onzin uitkramen waardoor de reactie zinledig wordt. Tenenkrommend belachelijk zijn de kleuterachtige reacties waarin het bedrijf (de kleuter) op heterdaad is betrapt met zijn hand in de koektrommel, soms zelfs met een soort verborgen HD 4K (ultra HD dus) nanny cam, en dan bij confrontatie serieus probeert te verkopen dat zij zich niet herkennen in het beeld dat onomstotelijk aantoont dat zij schuldig zijn aan oplichting, corruptie, spionage, milieuvervuiling, mensenrechtenschendingen, kartelvorming, fraude, bedrog. Hilarisch! Dergelijke woordvoerders hebben echt, zonder zich hierbij te houden aan de gouden ‘puff-puff-pass-rule’, te veel naar een bepaalde scene uit Raw van Eddie Murphy (1987) gekeken:
A man got busted coming out of another woman’s house. His woman saw him come out and knew that the woman lived there. Woman: “What the hell was you doing in that bitch’s house?” Man: “Wasn’t me.” Woman: “I looked right in your face!” Man: “Wasn’t me.” Woman: “Well, I’m supposed to be a fool, right?” Man: “Hey, wasn’t me.” Woman: “Maybe it wasn’t you.”

Standaard